Koolwitje

Witjes (pieridae) zijn familie van de dagvlinders. Hoewel de naam het doet vermoeden, zijn niet alle vlinders wit. Je hebt ook gele, oranje, rode en zelfs zwarte witjes. Het klein koolwitje is de algemeenste stadsvlinder in Nederland, die vrijwel over het hele jaar gezien kan worden. De vlinders zijn middelgroot. De spanwijdte bedraagt meestal rond de 50 millimeter.

Er is een duidelijk verschil tussen mannetjes en vrouwtjes. Het vrouwtje heeft aan de bovenkant van haar vleugel altijd twee zwarte stippen en het mannetje heeft één zwarte stip of helemaal geen. Op bovenstaande foto zie je dus een mannetje. Er zijn verschillende witjes, zoals:

• het groot koolwitje
• het klein koolwitje
• het klein geaderd witje
• het groot geaderd witje

Deze vlinder komt voor in parken, tuinen, dijken, houtwallen, bloemrijke graslanden en bos- en akkerranden.
In het voorjaar worden de eitjes vooral op wilde plantensoorten gelegd en in de zomer veel vaker in (moes)tuinen.

Je ziet de koolwitjes in drie generaties in Nederland:

• Begin april - begin juni
• Half juni - begin september
• Half juli - half oktober

De tweede en derde generatie overlappen elkaar gedeeltelijk. In zeer gunstige jaren kan er zelf een vierde generatie optreden, die van eind september tot begin november vliegt.