zondag 18 september 2011
Duindoorn
De Duindoorn is gemakkelijk te herkennen aan zijn doorns. Hij is volop aanwezig in de duinen. Duindoorns zijn tweehuizig. Dit betekent dat er mannelijke en vrouwelijke struiken zijn. In het najaar draagt de vrouwelijke struik een grote hoeveelheid oranje bessen. Deze besjes zijn goed tegen de dorst en bevatten veel vitamine C. Veel vogels eten deze besjes. Ook wordt er jam of wijn van gemaakt.
Aan het einde van het voorjaar krijgt de Duindoorn smalle, grijsgroene bladeren. Die kleur wordt veroorzaakt door de haren op het blad die de Duindoorn tegen uitdroging beschermen. De Duindoorn heeft geen last van het stuivende zand. De Duindoorn kan boven het zand uitgroeien met een snelheid van circa een halve meter per jaar. De Duindoorn houdt van veel kalk in de bodem.
Op de wortels van de Duindoorn zitten knolletjes waarin bacteriën leven. Deze bacteriën kunnen stikstof uit de lucht halen en dit omzetten in een verbinding die bruikbaar is voor de Duindoorn. Zo kan de Duindoorn goed groeien in het voedselarme duinzand. De Duindoorn levert op zijn beurt voedingsstoffen aan de bacteriën. De Duindoorn en de bacteriën hebben dus een relatie waar ze allebei hun voordeel uit halen. Dit noemen we 'symbiose'.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten