woensdag 14 september 2011

Brandnetel


De plant heeft uitsluitend stamper- of meeldraadbloemen en bloeit van juni tot oktober met in trossen hangende bloemen. De grote brandnetel heeft een vierkante, borstelige stengel die twee meter hoog kan worden. De brandnetel is te vinden naast wegen, bosranden, en verwaarloosde tuinen, maar komt eigenlijk overal voor. Toch geef de brandnetel zijn voorkeur aan een goed bemeste bodem zoals bij composthopen of aan de rand van een akker.

De brandnetel heeft groene, sterke bladeren met een donzige onderkant. Het belangrijkste kenmerk van een brandnetel is dat hij bedekt is met brandharen. Dit zijn fijne holle haartjes die een branderig gevoel geven wanneer de breekbare punt afbreekt. De haren bevatten mierenzuur en andere stoffen die blaren, branderige plekken en jeuk op de huid veroorzaken.

De brandnetel wordt voor veel doeleinden gebruikt. De Romeinen gebruikten de brandnetel vroeger om zichzelf warm te wrijven. Ze stampten de plant fijn in olie en wreven zich ermee in. Ook werd de brandnetel gebruikt om stoffen en papier van te maken.

Tegenwoordig wordt de brandnetel ook als medicijn gebruikt. Een brandnetel is bloedzuiverend, bloedstelpend, zwak vochtafdrijver, anti-allergisch en voedzaam. Brandnetels worden gebruikt voor:
- huidaandoeningen, zoals eczeem
- allergische aandoeningen, zoals hooikoorts en astma
- in de menstruatie om zware bloedingen te verrichten
- bij een vergote prostaat (de wortel wordt hiervoor gebruikt)

Veel insecten voeden zich met brandnetels, zoals vlinders en bijen. De vezel kan tot stof worden geweven. De bladeren geven een groene kleurstof en de wortels een gele.

1 opmerking: