Voor het adoptieterrein heb ik een terrein in Schiedam geïnventariseerd. Ik heb 25 verschillende soorten planten, bloemen en dieren gefotografeerd, op naam gebracht en beschreven op deze blog.
Ik vond het een leuke opdracht en zou het leuk vinden om een dergelijke opdracht in de toekomst uit te voeren met mijn leerlingen.
Ik wens u veel plezier met het bekijken van mijn blog!
Sylvia de Jong
PLD4
s1050201
maandag 17 oktober 2011
maandag 10 oktober 2011
Eik
Een eik is een geslacht van loofbomen. Tot dit geslacht behoren zowel bladverliezende als altijd groenblijvende bomen. Wanneer in Nederland over de eik gesproken wordt, gaat het meestal over de zomereik. Eikenhout wordt voor verschillende doeleinden gebruikt. In het algemeen is eiken sterk en hard, maar toch redelijk makkelijk te bewerken en af te werken.
De eik is voor het voortbestaan vooral afhankelijk van de Vlaamse gaaien van de eekhoorn. Een eikel valt niet ver van de boom en kan onder het bladerdak van de boom niet uitgroeien. Hij is dus aangewezen op dieren om de eikel verder van de boom te verplaatsen. Eekhoorns begraven voorraden eikels voor de winter. Als een eekhoorn omkomt of de voorraad niet of onvolledig aanspreekt of vergeet, is dat een ideale plaats voor de eikels om te kiemen.
Gras
De grassenfamilie is één van de plantenfamilies met de meeste soorten op aarde. Er bestaan ongeveer 8000 soorten. Leden van deze familie komen op alle werelddelen voor.
De bladeren zijn lang, smal en parallelnervig. In de lengte van het blad lopen vaak ribben. Het eerste deel van het blad vormt een koker rond de stengel. Deze koker wordt bladschede genoemd. Naar boven toe wordt de omsluiting van de stengel door de schede minder volledig, hier kan dan aan de randen van de schede een vlies zijn gevormd. Het tweede deel staat af van de stengel en wordt bladschijf genoemd. Bij het topblad van de stengel heet dit het vlagblad. Op de overgang tussen deze twee delen is vaak een vliesje of een rij haartjes te vinden. De voet van het afstaande deel van het blad omsluit de stengel vaak gedeeltelijk, aan weerszijden van deze gedeeltelijke omsluiting zijn ook vaak korte vliesjes te vinden, de oortjes.
Grassen zijn windbestuivers. De bloemblaadjes zijn niet felgekleurd: de bloeiwijze is vaak groenig en vormt veel stuifmeel. Vrij veel mensen vertonen een allergische reactie tegen stuifmeel, het zogenaamde hooikoorts.
Het blad met al of niet een stukje stengel wordt door grazende dieren gegeten en de zaden vormen zo'n 80% van het voedsel van de mens. Een aanzienlijk deel van de rest van ons voedsel wordt gevormd door de grazende dieren die ook weer van gras afhankelijk zijn. De afhankelijkheid van de grassenfamilie bedraagt zo'n 95% van de menselijke voedselbehoefte. Vegetaties waar grassen in domineren worden graslanden genoemd.
Het gras vormt een soort symbiose met de grazende dieren, door een wederzijdse afhankelijkheid: de dieren zijn afhankelijk van het gras, maar het gras ook van de dieren, want die dieren eten niet alleen al het gras op, maar ook de andere planten, die anders hoger zouden groeien dan het gras en het zonlicht zouden wegnemen. Daarbij bemesten ze het gras.
Al eeuwen wordt gras door de mens gebruikt, en dan met name in de vorm van grasvelden. Dergelijke grasvelden dienen uiteenlopende doelen: van decoratie van tuin of park tot het gebruik als sportveld, zoals een voetbalveld.
De vleesvlieg
(onderaan de foto)
Vleesvliegen, ook wel bromvliegen genoemd, zijn groter dan kamervliegen (1-1,5 cm.) en gewoonlijk metaalglanzend blauw of groen. In Nederland komen ongeveer 80 soorten voor.
Vleesvliegen leggen hun eitjes bij voorkeur op dode dieren maar ook wel op vlees in de keuken, in uitwerpselen of ander rottend materiaal. De wijfjes kunnen de geur hiervan op kilometers afstand herkennen. De mannetjes daarentegen hebben een voorkeur voor bloemen. Heeft een wijfjesvleesvlieg een geschikte voedselbron gevonden dan zet ze hierop honderden eitjes af.
Na slechts 1 dag komen de larven (maden) uit de eitjes. De maden zijn lichtschuw en kruipen weg naar donkere plaatsen (onder tapijten, in spleten e.d.). Na 6 tot 12 dagen zijn de maden volgroeid en verlaten ze meestal het aas om zich in de grond in te graven en aldaar te verpoppen. Na 8 tot 13 dagen komen dan de volwassen vleesvliegen tevoorschijn.
Vleesvliegen kunnen ziekteverwekkende organismen zoals virussen en bacteriën verspreiden en vlees en vleeswaren door verontreiniging (eitjes, uitwerpselen) onbruikbaar maken.
In de natuur fungeren vleesvliegen als opruimers van afval en kadavers en dienen ze als voedsel voor andere dieren.
Echte valeriaan
Echte valeriaan komt algemeen voor in Nederland op matig voedselrijke vochtige plaatsen zoals bij sloten, plassen en moerassen maar ook in vochtige duinvalleien. Het is een van de bekendste geneeskruiden, uit de wortel wordt valeriaantinctuur bereid. De naam is afgeleid van het Latijnse woord 'valare' dat betrekking heeft op de kalmerende werking.
Hoewel veel mensen de geur van valeriaan onaangenaam vinden, werd het in de 16e eeuw gebruikt als parfum en als geurstof aan de was toegevoegd. Valeriaan heeft op katten een onweerstaanbare en sterk prikkelende werking. Omdat katten zo dol zijn op de geur heeft de plant als alternatieve naam 'kattenkruid', niet te verwarren met de niet-verwante soort wild kattenkruid. De typische doordringende geur van de wortel ontwikkelt zich pas bij het drogen. De plant is zwak giftig. Vaak komt de plant voor met moerasspirea, grote wederik en harig wilgenroosje.zaterdag 8 oktober 2011
Paardenbloem
De paardenbloem is een algemeen voorkomende wilde plant. Deze plant komt overal ter wereld voor. Hij is te vinden op graslanden naast wegen en op braakliggend terrein. De bladeren staat als een rozet om de lange penwortel en zijn glad, spatelvormig en sterk ongelijk gekarteld.
De paardenbloem is een overblijvende plant en kan 10 tot 30 cm hoog worden. De stengels zijn kaal en hol en bevatten wit melksap. De bloemen van de paardenbloem zijn samengesteld uit vele kleine felgele bloemen.
De hoofdbloei van de paardenbloem valt in mei en een tweede hoofdbloei valt in augustus. De felgele bloem opent zich bij zonsopgang en sluit zich in de schemering en bij regen.
Wanneer de bloem is uitgebloeid verschijnen de bekende ronde vruchtpluis bolletjes. De pluizen worden door de wind verspreidt.
Boeren rookte vroeger in het voorjaar hun woonhuis en stallen uit met paardenbloemen. Het doel van dit ritueel was, om de boerderij te reinigen van allerlei onzuiverheden.
De vruchten werden gezien als een orakel, zoveel parachutes na het wegblazen nog blijven staan zoveel kinderen zal hij of zij krijgen. En wanneer je alle parachutes weg kon blazen mocht je een wens doen.
De paardenbloem is een overblijvende plant en kan 10 tot 30 cm hoog worden. De stengels zijn kaal en hol en bevatten wit melksap. De bloemen van de paardenbloem zijn samengesteld uit vele kleine felgele bloemen.
De hoofdbloei van de paardenbloem valt in mei en een tweede hoofdbloei valt in augustus. De felgele bloem opent zich bij zonsopgang en sluit zich in de schemering en bij regen.
Wanneer de bloem is uitgebloeid verschijnen de bekende ronde vruchtpluis bolletjes. De pluizen worden door de wind verspreidt.
Boeren rookte vroeger in het voorjaar hun woonhuis en stallen uit met paardenbloemen. Het doel van dit ritueel was, om de boerderij te reinigen van allerlei onzuiverheden.
De vruchten werden gezien als een orakel, zoveel parachutes na het wegblazen nog blijven staan zoveel kinderen zal hij of zij krijgen. En wanneer je alle parachutes weg kon blazen mocht je een wens doen.
Klavertje
De botanische naam Trifolium verwijst naar de bladeren, die meestal uit drie deelblaadjes zijn samengesteld (Latijn: 'tres' is drie en 'folium' is blad). Elke steeltje bevat eigenlijk één blad met drie deelblaadjes (gesegmenteerd blad). De kleine bloempjes vormen een hoofdjesachtige tros en zijn meestal rood, wit, paars of geel. De kleine, droge vrucht bevat meestal één of twee zaadjes.
Klaver is een waardevol voer voor vee, zowel in de wei als gedroogd, omdat het veel eiwit, fosfor en calcium bevat.
De planten zijn in staat om stikstof uit de atmosfeer te binden door symbiotische bacterien in hun wortels. Hierdoor fungeren klaversoorten als bodemverbeteraars. Ze kunnen per hectare 55-170 kg stikstof toevoegen aan de bodem en de beschikbaarheid van andere voedingsstoffen voor toekomstige oogsten verhogen.
Klaver is waardevol als overlevingsvoedsel omdat de planten veel proteïne bevat, op veel plaatsen te vinden is en er veel van beschikbaar is. De blaadjes zijn lekker in salades. Ze zijn niet voor iedereen makkelijk te verteren, maar dit kan makkelijk worden verholpen door hen 5-10 minuten te koken of door ze te juicen. Gedroogde bloemetjes kunnen ook gemalen worden tot voedzaam meel en gemengd worden met ander eten. Van de gedroogde bloemen kan ook een thee gemaakt worden.
Klavertjevier
Het klavertjevier is een zeldzame mutatie van de driebladerige klaver. Het vinden van een klavertjevier zou geluk brengen. Het voorkomen wordt geschat tussen de 0,1 en 0,01%. De oorzaak van de mutatie wordt gezocht in vervuiling, bodemsamenstelling en andere omgevingsfactoren zoals beschadiging van de jonge klaver. Nog veel zeldzamer zijn klaverbladen met meer of minder blaadjes. De Zwitserse klaverbladverzamelaar Ramon Mayer bezat er 1027, waarvan 1 eenbladige, 5 tweebladige, 869 vierbladige, 147 vijfbladige, 4 zesbladige exemplaren en 1 zevenbladig exemplaar.
Klaver is een waardevol voer voor vee, zowel in de wei als gedroogd, omdat het veel eiwit, fosfor en calcium bevat.
De planten zijn in staat om stikstof uit de atmosfeer te binden door symbiotische bacterien in hun wortels. Hierdoor fungeren klaversoorten als bodemverbeteraars. Ze kunnen per hectare 55-170 kg stikstof toevoegen aan de bodem en de beschikbaarheid van andere voedingsstoffen voor toekomstige oogsten verhogen.
Klaver is waardevol als overlevingsvoedsel omdat de planten veel proteïne bevat, op veel plaatsen te vinden is en er veel van beschikbaar is. De blaadjes zijn lekker in salades. Ze zijn niet voor iedereen makkelijk te verteren, maar dit kan makkelijk worden verholpen door hen 5-10 minuten te koken of door ze te juicen. Gedroogde bloemetjes kunnen ook gemalen worden tot voedzaam meel en gemengd worden met ander eten. Van de gedroogde bloemen kan ook een thee gemaakt worden.
Klavertjevier
Het klavertjevier is een zeldzame mutatie van de driebladerige klaver. Het vinden van een klavertjevier zou geluk brengen. Het voorkomen wordt geschat tussen de 0,1 en 0,01%. De oorzaak van de mutatie wordt gezocht in vervuiling, bodemsamenstelling en andere omgevingsfactoren zoals beschadiging van de jonge klaver. Nog veel zeldzamer zijn klaverbladen met meer of minder blaadjes. De Zwitserse klaverbladverzamelaar Ramon Mayer bezat er 1027, waarvan 1 eenbladige, 5 tweebladige, 869 vierbladige, 147 vijfbladige, 4 zesbladige exemplaren en 1 zevenbladig exemplaar.
Boterbloem
Boterbloemen zijn meestal overblijvende, kruidachtig planten met helder gele of soms witte bloemen. Als de kroonbladen wit zijn, is het centrum wel geel.
Er zijn een aantal eenjarige of tweejarige soorten, en enkele hebben oranje of rode bloemen.
Alle Ranunculus soorten zijn giftig voor vee, maar hun onaangename smaak zorgt dat het vee ze vanzelf laat staan. Vergiftiging kan wel optreden wanneer boterbloemen overvloedig voorkomen in reeds afgegraasde weiden waar weinig eetbaars overgebleven is.
De giftige stoffen worden grotendeels afgebroken wanneer de plant gedroogd wordt, waardoor hooi met gedroogde boterbloemen ertussen wel veilig is.
Madeliefje
Het madeliefje (Bellis perennis) is een kleine overblijvende plant uit de composietenfamilie die tot 15 cm hoog wordt. Bellis perennis betekent eeuwige schoonheid.
De bladeren van een madeliefje staan allemaal in een wortelrozet en zijn spatelvormig. de rand van het blad is gekarteld. Aan het einde van een bloemstengel staat één bloemhoofdje. Dit wordt tot 2,5 cm groot en bestaat uit een hart van gele buisbloemen met een krans van witte straalbloemen. Zolang het niet vriest, is de soort het hele jaar in bloei aan te treffen. Madeliefjes worden ook veel gebruikt in siertuinen.
Madeliefjes planten zich ongeslachtelijk voort doordat zich in de oksels van de bladeren zijstengels vormen die kunnen uitgroeien tot een nieuwe rozet. Het madeliefje plant zich ook via zaden voort.
Madeliefjes komen van oorsprong alleen maar voor in Europ en Zuidwest-Azie, maar heeft zich ook in andere delen van de wereld verspreid, zoals Noord- en Zuid-Amerika.
Abonneren op:
Posts (Atom)